Wettelijk kader van tijdelijke lozing
Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014 legt de regels vast over het lozen van bedrijfsafvalwater op een openbare rioolwaterzuiveringsinstallatie. Bedrijven mogen in principe hun afvalwater lozen op een een zuiveringsinstallatie van Aquafin, op voorwaarde dat dit geen aanleiding geeft tot een minder goed functioneren van de installatie of het rioleringsstelsel.
Het voorziene lozingspunt voor tijdelijke lozing moet steeds door de milieu-inspectie verzegeld zijn. Na gebruik van de tijdelijke lozing, moet het bedrijf dus de milieu-inspectie contacteren voor het opnieuw verzegelen van het lozingspunt.
Vereisten en procedure tijdelijke lozing
Het bedrijf moet de voorwaarden (o.a. debiet en samenstelling) motiveren en laten vastleggen in zijn milieuvergunning, of via een tijdelijke milieuvergunning. Het saneringscontract tijdelijke lozingen beschrijft nog een aantal modaliteiten voor het uitvoeren van de lozing, zoals het opstellen van een tijdschema, de toegelaten vuilvrachten en debieten en de gegevens voor de melding van de lozing.
Het afvalwater van de bedrijven die lozen boven de grenswaarden voor grondige evaluatie (zie permanente lozingen) moet voldoen aan de criteria van goed verwerkbaar afvalwater. Er moet bovendien voldoende restcapaciteit zijn op de zuiveringsinstallatie. Bij gebrek aan voldoende restcapaciteit kan bijkomende zuiveringscapaciteit worden uitgebouwd, met medefinanciering van de betrokken bedrijven. Voorafgaand aan elke tijdelijke lozing dient een addendum aan deze overeenkomst toegevoegd te worden waarin startdatum en einddatum van de betreffende lozing worden vastgelegd.