Overstortwerking gericht aanpakken
Via overstorten, nooduitlaten op het rioolstelsel, kan ongezuiverd afvalwater in een waterloop terechtkomen. Aquafin beheert een netwerk van 1600 meettoestellen op overstorten die een goed beeld geven van de werking van deze overstorten. Het laat ook toe om de correcte maatregelen te nemen.
Overstorten zijn een prima noodsysteem om wateroverlast te vermijden, maar tegelijk kunnen ze ernstige schade aanrichten aan fauna en flora. En al zeker na een zogenoemde 'first flush', waarbij bezonken vuil in de riool na een droge periode mee spoelt. Hun werking beperken is de boodschap!
1600 meettoestellen
In opdracht van het Vlaamse Gewest rolt Aquafin daarom een netwerk uit van meettoestellen op welbepaalde locaties. Tegen eind 2023 moeten er alvast 700 toestellen operationeel zijn. Dat zijn 300 toestellen voor locaties waar de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) in het verleden al metingen uitvoerde. De overige 400 komen aan overstorten waar het stelsel volgens de levenscyclusplannen het meest gevoelig is voor verstoppingen.
Vanaf 2024 volgt de uitrol van een tweede fase met nog eens 900 extra meettoestellen op locaties waar we vermoeden dat de impact van overstortwerking op de waterloop het grootst is. Hiervoor wordt een inventaris opgemaakt op basis van rioolmodellen en het Afvalwaterinformatiesysteem (AWIS) van de VMM.
De meettoestellen worden gegroepeerd per zuiveringsgebied geplaatst. Het meettoestel wordt aan de kant van de collector geplaatst in de overstortconstructie. Een hoogtemeter meet het waterpeil in de riool. Aquafin ontvangt een melding als het overstortdrempelpeil bereikt is. In het geval van overstortwerking bij droog weer weten we dat dit niet normaal is en het wellicht om een verstopping gaat. We kunnen dan onmiddellijk ingrijpen. Overstortwerking bij veel regen is niet abnormaal maar we kunnen veel uit de data leren om gepaste maatregelen te nemen, zoals bijvoorbeeld het creëren van extra bergingscapaciteit of het afkoppelen van verharde oppervlakten.