Propere waterlopen

We zuiveren het huishoudelijke afvalwater van bijna 88% van de inwoners in Vlaanderen voor het in de natuur terechtkomt. Het resultaat? Een fel verbeterde waterkwaliteit. En dat is goed nieuws voor het waterleven, maar ook voor al wie houdt van genieten op en langs het water!

Molenbeek Bierbeek

Schoon water voor mens en dier

Gemiddeld 800 miljard liter huishoudelijk afvalwater op jaarbasis, ofwel de inhoud van 880 Olympische zwembaden per dag, krijgt in onze rioolwaterzuiveringsinstallaties een mechanische en biologische zuivering zodat het voldoet aan de kwaliteit voor oppervlaktewater. De stijging van de zuiveringsgraad heeft de fauna en flora in en langs het water een flinke boost gegeven. Verbeterde zuurstof- en nutriëntenconcentraties zorgen voor betere leefomstandigheden. Populaties breiden uit en verdwenen soorten keren terug, zoals de fint, rivierdonderpad, rivierprik, ... en zelfs bevers en otters worden almaar vaker gespot! 

Proper water is ook voor ons als mens aantrekkelijk. Wie geniet er niet van een mooie wandeling of fietstocht langs het water, of van een kanotochtje en zelfs een plons in natuurlijk water? Ook water in de stad krijgt almaar meer aandacht. Waar tot voor enkele decennia waterlopen werden ingebuisd omdat het open riolen waren, zie je ze vandaag weer aan de oppervlakte komen. Wonen langs het water was nooit eerder zo populair! 

Dit halen we uit het afvalwater

De rioolwaterzuiveringsinstallaties van Aquafin worden beoordeeld op 3 tot 5 parameters, afhankelijk van hun capaciteit. Voor alle installaties zijn de resultaten voor BZV, CZV en zwevende stoffen van belang, voor RWZI's die het afvalwater van meer dan 2.000 inwonersequivalenten zuiveren, komt daar ook de verwijdering van stikstof en fosfor bij.

BZV: biologisch zuurstofverbruik ofwel de hoeveelheid zuurstof nodig om de vervuiling biologisch af te breken

CZV: chemisch zuurstofverbruik ofwel de hoeveelheid zuurstof nodig om de vervuiling via een chemisch proces af te breken.

zwevende stoffen: alle niet-opgeloste stoffen in een volume afvalwater

Naast concentratienormen gelden er in Vlaanderen ook verwijderingspercentages voor de meeste parameters. Die bepalen hoeveel procent van een stof we op jaarbasis moeten verwijderen.

In 2024 voldeed 97,26% van de beoordeelde RWZI's aan alle normen.

Lees meer over onze zuiveringsresultaten in ons jaarverslag

Wanneer is het oppervlaktewater proper genoeg?

Volgens de metingen van de Vlaamse Milieumaatschappij heeft bijna 70% van alle Vlaamse waterlichamen een matige tot zeer goede biologische waterkwaliteit op basis van macro-invertebraten (met het blote oog waarneembare ongewervelden zoals insectenlarven, weekdieren, kreeftachtigen, ...). Dat betekent nog niet dat ze ook voor de Europese kaderrichtlijn Water een 'goede kwaliteit' hebben. Daarvoor moeten ze voldoen aan een hele reeks ecologische en chemische kwaliteitsdoelen. Hoewel heel wat oppervlaktewaterlichamen in Vlaanderen goed scoren op individuele parameters, voldoet er momenteel slechts één aan alle eisen uit de richtlijn.

Meer weten over de toestand van de waterlichamen? Raadpleeg het dashboard van de VMM.

 

Minder fosfor naar de beek

Huishoudelijk afvalwater bevat veel fosfaten, zo'n 0,75 kg per persoon per jaar. Fosfaten zijn afkomstig van was- en schoonmaakmiddelen maar komen ook via urine in het afvalwater terecht. Op jaarbasis verwijderen we in de waterzuivering gemiddeld 85% van de aanwezige fosfor. Gezuiverd afvalwater, maar ook landbouw en bodemerosie zijn aanvoerders van fosfor naar de waterloop. In zoetwater ecosystemen wakkert fosfor de algengroei aan. Daardoor daalt het zuurstofgehalte in het water en vermindert ook de lichtinval. Beide effecten hebben een negatieve impact op bepaalde soorten waterorganismen.

De gerichte dosering van ijzer- of aluminiumhoudende chemicaliën in het waterzuiveringsproces is een kostenefficiënte manier om ervoor te zorgen dat er minder fosfor in de beek terechtkomt. Samen met de Vlaamse Milieumaatschappij selecteerden we in eerste instantie een 50-tal RWZI's waar we fosfaatmonitoren plaatsten in combinatie met een automatische dosering van chemicaliën. Zo gaat er via het gezuiverde afvalwater jaarlijks 70 ton fosfor minder naar de waterlopen. Tegen begin 2027 willen we deze maatregel uitrollen voor alle installaties die het afvalwater van meer dan 10.000 inwoners zuiveren.

Extra zuiveringsstap voor micropolluenten

In 2025 nemen we een eerste zogenoemde quaternaire zuivering in gebruik. In zo'n extra nabehandeling worden restanten van pesticiden, brandvertragers, geneesmiddelen, ... uit het afvalwater gehaald met specifieke technologie. Micropolluenten kunnen namelijk al in lage concentraties een toxisch effect hebben op het milieu.

De nieuwe Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater verplicht toekomstig de verwijdering van een reeks micropolluenten op de grootste RWZI's. Aquafin startte enkele jaren geleden al een project voor de bouw van een eerste nazuivering op de RWZI Aartselaar. Hier combineren we twee technieken: ozonisatie en actief-koolfiltratie. Met dit eerste project willen we kennis en ervaring opdoen om de komende jaren op bijkomende installaties een quaternaire zuivering uit te bouwen.

Lees meer over dit project

Werking van overstorten verminderen

Via overstorten, nooduitlaten op het rioolstelsel, kan ongezuiverd afvalwater in een waterloop terechtkomen. Hoewel ze een prima noodsysteem zijn om wateroverlast te vermijden, kunnen overstorten aanzienlijke schade aanrichten aan fauna en flora. En al zeker na een zogenoemde 'first flush', waarbij bezonken vuil in de riool na een droge periode mee spoelt. Overstortwerking beperken is dus de boodschap!

Aquafin beheert een netwerk van 1600 overstortmeters op specifieke overstortlocaties. De toestellen bevinden zich in de overstortconstructie aan de kant van de collector. Een hoogtemeter meet het waterpeil in de riool. Ze leveren informatie over de frequentie, de duurtijd en het debiet van de overstortwerking en melden het ons als de overstortdrempel bereikt is. Bij droog weer op die locatie, weten we dat het wellicht om een verstopping gaat. We kunnen dan snel reageren en de verstopping wegnemen. Bij regenweer geven de meettoestellen ons inzicht in de werking van het overstort, maar de metingen zeggen niets over de precieze impact van een overstort op de waterloop.

Met Cockle, een rekentool die we zelf ontwikkelden, kunnen we de werkelijk uitgestoten vuilvracht goed inschatten. We voerden intussen een eerste, grootschalige analyse uit op 4.000 overstorten naar waterlopen die het snelst moeten voldoen aan de Europese kaderrichtlijn Water. Cockle helpt ons ook om verschillende remediërende maatregelen met elkaar te vergelijken. Dat kan bijvoorbeeld een uitbreiding van de bergingscapaciteit in het stelsel zijn, de afkoppeling van regenwater en grachten die op de riolering zitten, slimme sturing van het rioolwater of de nabehandeling van het overstortwater.

Meer over Cockle

werkend overstort